Wie doet er iets aan het luchtfietsen? 

Herbert Blankesteijn, Technisch Weekblad 8-10-'97

 Er is iets mis met het beoordelingsvermogen van technisch denkend Nederland. We beleven een hausse aan megalomane plannen die je doen twijfelen aan de geestelijke gezondheid van de bedenkers en niemand doet iets.

 Een mooi voorbeeld is het plan van Freddy Heineken om het gat in de ozonlaag ‘dicht te schieten’. Hij schijnt met het idee te zijn gekomen tijdens een juryvergadering van een door hemzelf gefinancierde prijs. Je ziet het voor je: de hooggeleerde heren van de jury zijn verdiept in de wetenschappelijke verdiensten van een genomineerde en dan klinkt het ineens vanuit de hoek: ‘Kunnen we niet iets doen aan dat gat in de ozonlaag?’ De hoogbejaarde, stinkend rijke sponsor, een man die niet gewend is aan tegenspraak, heeft het woord genomen.

 Wat doe je dan als jurylid? In lachen uitbarsten? Even opkijken en dan gewoon verder jureren? Nee natuurlijk. Je moet in ernst met de man in discussie. Dus je legt iets uit over de schaal van het probleem en over de risico’s van technisch ingrijpen. Hij zeurt door en tenslotte moet je toegeven dat niet alle mogelijkheden zijn uitgezocht. Als de man aanbiedt een verkennend onderzoek te betalen hap je nog toe ook. Maar je weet dat je zolang Freddy Heineken leeft zijn idee niet zult afschieten want je moet met hem verder. De rest weten we van prof.dr. Egbert Duursema: microgolven, laserstralen, radar, ballonnen met uv-lampen, vliegtuigen die negatief geladen deeltjes sproeien (Waar laten ze dan de positieve lading? Zijn de vliegtuigen geaard of zo?), er zijn ideeën genoeg.

 Tot zover begrijp ik de gang van zaken. Wat ik minder goed begrijp is dat NRC Handelsblad en Technisch Weekblad Duursema’s ernst overnamen en keurige analyses wijdden aan Heinekens suggestie. NRC had het zelfs over ‘dank zij de vasthoudendheid van bierbrouwer Heineken.’ Ad Lagendijk in de Volkskrant mopperde wat over financiering door weldoeners maar vergat met zoveel woorden te zeggen dat het een volstrekt waanzinnig, belachelijk, tot mislukken gedoemd idee is.

 Even daarna kwamen de gebroeders Ockels met hun zwevende vliegerkettingladdermolen. Een half jaar geleden had je dat malle plan van vliegende windturbines van meneer Van Maldegem. Telkens weer kunnen de bedenkers haarfijn uitleggen dat met volstrekt haalbare technologie een hoorn des overvloeds kan worden binnengehaald. En o ja, er is serieuze interesse van de industrie, van een ministerie, en het ECN in Petten volgt de zaak ook met belangstelling. De wetenschapsjournalist vindt het onzin maar is nu eenmaal in zijn auto gestapt, en als hij het plan afkraakt vragen zijn lezers zich af waarom hij er dan over schrijft. Hij moet het dus wel min of meer serieus behandelen.

 Vervolgens hoor je er nooit meer van. Je moet open staan voor het originele, het onverwachte, maar er zijn voorstellen die je onmiddellijk herkent als baarlijke nonsens. Daar hoef je niet aan te rekenen, dat weet je.

 


Dit artikel mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Copyright Herbert Blankesteijn.