Krankzinnige copyrightwet

Herbert Blankesteijn

Een paar maanden geleden heb ik hier geschreven dat de VS het spoor bijster raakten op het gebied van wetten tegen schendingen van het copyright. Een wetsontwerp, ingediend door congressman Howard Berman, liet houders van auteursrechten ingrijpen in andermans computersystemen, wat door andere wetten expliciet wordt verboden, en gaf ze de vrijheid bij burgers schade aan te richten, zelfs als er geen sprake was van bewezen overtredingen. Het lijkt er nu op dat Berman een toontje lager moet zingen, maar laten we de dag niet prijzen voor het avond is.

Inmiddels staat Nederland zelf op het punt een draconische wet aan te nemen. Hij lijkt op de Amerikaanse Digital Millennium Copyright Act, die zelf al in werking is. De 'Aanpassing van de Auteurswet 1912' verbiedt het doorbreken van digitale beveiligingen, ongeacht hoe slecht die zijn. Dit tast verworven rechten van consumenten aan. Het maken van een extra kopie van beveiligde muziek, video of software wordt illegaal. Dit geldt zelfs als de looptijd van de auteursrechtelijke bescherming is verstreken, omdat de beveiliging technisch werkzaam blijft.

Krankzinnig effect nummer 1 is dus, dat je geen reservekopie of kopie voor in de auto mag maken. Dat is onrechtvaardig omdat digitale dragers kwetsbaar zijn. Een kras op een lp schaadt de kwaliteit maar de muziek blijft vaak redelijk hoorbaar. Een beschadiging op een cd kan de cd volledig onbruikbaar maken. Platenwinkels en -maatschappijen hebben geen beleid voor het ruilen van beschadigde dragers, zoals in de softwareindustrie gebruikelijk is.

Krankzinnig effect nummer 2 is de uitbreiding van het auteursrecht tot de eeuwigheid. Als de rechten op een werk vervallen, maar het blijft een misdrijf om het te kopiëren, dan wordt het betreffende deel van de Auteurswet (dat ongewijzigd blijft) een dode letter. Dat kan de bedoeling niet zijn.

Of de beveiliging goed of slecht is, maakt geen verschil. Een symbolische beveiliging volstaat. Ook kan de consument niet meer verhaal halen als een muziek-cd het niet doet op een pc.

De wet gaat verder dan de betreffende Europese richtlijn van de lidstaten eist. Bijvoorbeeld op het punt van het publiceren over gebreken in de beveiliging. In de computerwereld is het gebruikelijk dat een zwakte in een beveiliging in het openbaar wordt besproken. Uitgangspunt is, dat een probleem toch wel gevonden wordt door onverlaten, en dat publieke discussie de vooruitgang dient en dus de preventie. Het steeds verbeteren van beveiligingen is voor het bedrijfsleven natuurlijk wel een kostenpost.

De Amerikaanse DMCA zorgt er nu al voor dat de wetenschap van de cryptologie, die ten grondslag ligt aan vrijwel alle digitale sloten, op zijn gat ligt. Wie publiceert over een tekortkoming in een beveiliging, hoe onbaatzuchtig ook, loopt kans in de VS in het cachot te belanden. Dat is krankzinnig effect nummer 3, dat ook binnen onze landsgrenzen zal optreden als deze wetswijziging wordt aangenomen.

De vrijheid van meningsuiting is hier in het geding, de vrijheid van informatie, die van wetenschapsbeoefening en het vrij verkeer van personen. Of hier in juridische zin grondrechten of -wetten worden geschonden is niet aan mij ter beoordeling, maar zelfs in de VS staat de grondwettelijkheid van de DMCA ter discussie (zoals wel meer wetten op digitaal gebied die door een ijverig, maar ondeskundig Congres waren aangenomen). In ieder geval past het een vrij en ruimdenkend land als Nederland niet een wet aan te nemen die de intellectuele bewegingsruimte van mensen zo radicaal beperkt.

Krankzinnig effect nummer 4 is dat hierdoor het verbeteren van beveiligingen ernstig wordt bemoeilijkt. Dat wordt feest in de criminele wereld; slechte beveiligingen met bekende gebreken die niet of traag veranderen zijn daar een godsgeschenk. De wetgever laat zijn oren hangen naar de kortetermijnbelangen van de industrie, maar schaadt deze belangen op de lange termijn. Terwijl, als de industrie de lange termijn vergeet, de wetgever die toch in het oog zou moeten houden. Krankzinnig effect nummer 5 is, dat de wetgever de industrie stimuleert tot het maken van ondeugdelijke producten.

Nederland is niet verplicht tot een zo vergaande wet. Het past de wetgever niet zich op te stellen als behartiger van het kortetermijn belang van de industrie. Wetten zijn er voor het algemeen belang. Tweede Kamer, verwerp dat wetsontwerp en zorg dat er iets beters komt!